OMGEVING

Werkt u binnen of buiten? Is het warm of koud? Nat of droog? Is de ondergrond glad of ongelijk? 

ACTIVITEIT

Staat u stil of bent u in beweging? Klimt u op ladders? Hebt u knielend werk? 

PERSOON

Hebt u brede of smalle voeten? Is uw voetboog hoog of laag? Hoeveel weegt u? Hebt u warme voeten of uitdagingen die speciale aandacht vereisen? 

SCHOENEN

Naast omgeving, activiteit en persoon beïnvloeden ook de verschillende eigenschappen van de schoen onze beleving van comfort: 

Pasvorm

De pasvorm geeft aan hoe goed de schoenen aan de voeten passen, onafhankelijk van omgeving en activiteit. Een slechte pasvorm leidt tot minder comfort – en omgekeerd. 

Schokabsorptie en vering

Bij schokabsorptie en vering gaat het erom in welke mate de schoenen schokken kunnen absorberen en de energie terug kunnen sturen. Schoenen met een goede schokabsorptie verminderen de belasting op de gewrichten, voeten, benen en rug. Schokabsorptie mag niet worden verward met zachtheid, die vaak een onmiddellijk gevoel van comfort geeft. Dat merkt u bijvoorbeeld als de inlegzool is gemaakt van een extra zacht materiaal. Maar zachtheid zorgt niet per se voor goed comfort op de lange termijn. 

Flexibiliteit

Bij flexibele schoenen zijn de loopzool en het bovendeel gemaakt van flexibele en zachte materialen die de bewegingen van de voet volgen. Omgekeerd kan een minder flexibele schoen ook comfortabel zijn vanwege de grotere stabiliteit. 

Ademend vermogen 

Bij ademende schoenen kunnen warmte en vocht van de voeten weg, zodat de temperatuur in de schoenen aangenaam blijft en de voeten droog blijven. Ademende materialen hebben meestal goede zweetabsorberende en zweettransporterende eigenschappen, die ervoor zorgen dat vocht wordt geabsorbeerd en van de voet wordt weggevoerd. 

Steun

Stabiliteit en steun kunnen het risico op letsel beperken. De behoefte hangt af van de voet, de omgeving en de activiteit. Steun kan worden gecreëerd in de constructie van de schoen en door middel van stabiliserende materialen op kwetsbare gedeeltes.